Het opzetten van een dierenopvang in je eigen tuin roept veel vragen op over de geldende wettelijke regelgeving en het dierenwelzijn. Gemeenten spelen een beperkte rol, maar hebben wel specifieke taken bij het tijdelijk opvangen van zwervende dieren. Daarnaast zijn er duidelijke regels over vergunningen, grootte van verblijfplaatsen en het verzorgen van dieren, vooral wanneer het gaat om beschermde of wilde soorten. Dit artikel neemt je mee door de belangrijkste aspecten om legaal en verantwoord een opvanghuis te starten.
Wettelijke Kaders Voor Dierenopvang
De Wet Dieren en het Besluit houders van Dieren vormen de ruggengraat van dierenwelzijn in Nederland. Vanaf 2024 valt ook de bescherming van natuur onder de Omgevingswet, die strikte zorgplichten oplegt aan zowel particulieren als overheden. Gemeenten zijn verplicht zwervende dieren met een vermeende eigenaar tijdelijk te verzorgen en twee weken te bewaren. Pas daarna mag het dier worden overgedragen. Deze zorgplicht geldt ook om de balans te bewaren tussen mens, wildlife en stedelijke omgeving, onder meer door het reguleren van evenementen die dieren in hun natuurlijke gedrag kunnen verstoren.
Regels Voor Dierenverblijven In Je Tuin
Voor hobbydieren is het verblijf onderworpen aan wettelijke beperkingen: het mag niet hoger zijn dan 1 meter en niet groter dan 2 m². Daarnaast mag het verblijf maximaal 50% van het erf beslaan. Voor iets grotere verblijven zoals volières geldt meestal een vergunningvrije status mits voldaan wordt aan de voorwaarden van het Omgevingsloket. Het is aan te raden bij twijfel de gemeente te raadplegen om boetes te voorkomen. Ook moet er aandacht zijn voor het welzijn van de dieren, want langdurige overlast zoals excessief blaffen kan wijzen op problemen binnen de opvang die opgelost dienen te worden in lijn met de dierenbescherming.
Zorgplicht en Gemeentelijke Taken
Hoewel gemeenten geen directe regels mogen opleggen voor dierenwelzijn, kunnen ze via de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) wel regels maken rond openbare orde en veiligheid, die ook dierenwelzijn beïnvloeden. Bijvoorbeeld door geluidsoverlast of stank aan te pakken die ontstaan door onverantwoorde dierenopvang. Daarnaast is het verwijderen van dode dieren uit de openbare ruimte een gemeentelijke taak, cruciaal voor de volksgezondheid. Het ondersteunen van inwoners die moeite hebben om voor een dier te zorgen, bijvoorbeeld door kosten van dierenartsbezoeken, valt vaak ook onder gemeentelijke sociale hulp.